
Sony A7 camera: met deze instellingen maak je de beste video’s
Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Bij het maken van aansprekend beeldmateriaal is het dus belangrijk dat je een goede camera hanteert. Voor onze videoproducties maken we veelvuldig gebruik van de Sony A7. In deze blog vertellen we jullie waarom we fan zijn van deze camera, met welke instellingen je de beste video’s schiet en waarmee je rekening dient te houden tijdens het schieten van een doeltreffende video.
Wat maakt de Sony A7
zo’nzo’n goedegoede camera?
De Sony A7-serie camera’s waren de eerste fullframe systeemcamera’s en kunnen daardoor baanbrekend genoemd worden. Het zijn mirrorless camera’s die licht, compact en daardoor erg handzaam zijn. Inmiddels zijn er drie verschillende varianten op de markt. Bij Studio Angelineau gebruiken we de originele A7. Een kwalitatief hoogwaardige camera die zowel voor foto’s als video’s prettig is in gebruik. Het verwerken, zoals het opslaan van bestanden gaat ook als een trein!

Dankzij de full-frame sensor van de Sony kun je het volle potentieel uit je lenzen halen. Zoals goed tot z’n recht komt bij deze foto’s van een promotie.
Ideaal voor analoge cameralenzen
Bij Studio Angelineau maken we voornamelijk gebruik van analoge lenzen uit 1976 en 1983. Het zijn ontzettend fijne lenzen en geven een mooi beeld. Het voordeel van de Sony A7 als mirrorless camera is dat we deze lenzen kunnen hanteren zonder last te hebben van een ‘crop’. Dit is bijvoorbeeld wel vaak het geval bij een spiegelreflexcamera. Met de Sony A7 benutten we dus alle potentie van onze lenzen.

Met de Sony A7 maken we de mooiste beelden. Bekijk hier een aantal van onze filmische voorbeelden.
Met welkewelke instellingeninstellingen maak je zelf de beste video's?
Nu we je hebben verteld wat de kracht is van de Sony A7, is het tijd om zelf aan de slag te gaan. We helpen je hieronder op weg met een aantal praktische tips zodat je kan gaan experimenteren met het schieten van mooie, doeltreffende en sfeervolle video’s.
Als eerste willen we je meegeven om kritisch te kijken naar de framesnelheid en opname-instellingen. Schiet in PAL en kies altijd voor een optie met een p erin. De p staat voor progressive en I voor interlaced. Over het algemeen gebruiken we I veel minder in Europa. Om een meer filmische look te krijgen, vergrendel je de sluitertijd op 1/50. Dit komt dicht bij het fotograferen van 1/48, wat een hoek van 180 graden is op een bioscoopcamera. Dit in combinatie met de 24 fps geeft jouw video dat magische bioscoopgevoel. Tegelijkertijd geven hogere framesnelheden zoals 1/200 je dat Gladiator-gevoel.
Als je in slow motion wilt filmen, moet je eerst 50p 28M(PS) selecteren. Je krijgt dan 50 frames per seconde. Stel je sluitertijd vervolgens in op 1/100. Als je je sluitertijd op 1/50 instelt, belicht je niet elk afzonderlijk frame. Zoals je misschien ziet is de deler van de sluitertijd, het dubbele van de framerate.
Een ander aspect om zeker rekening mee te houden is de belichting. Dit kan soms een uitdaging zijn met deze camera. Het weergegeven histogram is namelijk niet volledig betrouwbaar, evenals het LCD-scherm. Het beste wat je kunt doen is Zebras aanzetten, die markeren het overbelichte deel. Stel het in op 100 of 100+ en zorg ervoor dat je nooit Zebra’s hebt op de details die je wilt laten zien. Je hebt video’s liever onderbelicht dan overbelicht.
Dankzij het gebruik van deze instellingen kun je ook makkelijk kleurfilters en effecten toevoegen, zoals bij deze video die een tijdloze vibe moest krijgen.
Een andere fijne en wat ons betreft noodzakelijke instelling om rekening mee te houden is de D-Range Optimizer. Als je jouw dynamisch bereik wilt maximaliseren, moet je dit instellen op Lv5. Zeker een handige functie.
Verder is het aangeraden om stil te staan bij kleurprofielen en jouw creatieve stijl. Aangezien er nog geen manier is om aangepaste kleurprofielen te laden, kan je het beste ‘Neutral’ gebruiken. Zet ook zeker alle instellingen lager. Dit zorgt soms voor wat teveel contrast en verzadiging, maar het is het beste wat je voor nu kunt doen.
En last but not least: onze tip voor het beste codec en file format. Hierbij heb je twee opties. AVCHD en MP4. AVCHD geeft je een hogere kwaliteit met een iets hogere bitsnelheid, maar is iets ingewikkelder om mee te werken. We adviseren om AVCHD te gebruiken voor het professionele werk. Gebruik MP4 als je bijvoorbeeld de voetbalwedstrijd van je kinderen aan het filmen bent en direct toegang wilt tot de sportieve beelden.
Tot slot: dede taketake awayaway
Houd met filmen rekening met deze vier aspecten

Framesnelheid & opname-instellingen
Schiet in PAL en kies altijd voor een optie met een p erin. Om een meer filmische look te krijgen, vergrendel je de sluitertijd op 1/50. Dit in combinatie met de 24 fps geeft jouw video dat magische bioscoopgevoel.

Slow motion
Als je in slow motion wilt filmen, moet je eerst 50p 28M(PS) selecteren voor 50fps en vervolgens je sluitertijd instellen op 1/100. Ezelsbruggetje: de deler van de sluitertijd, is het dubbele van de framerate.

Belichting
Liever onderbelicht dan overbelicht. Het beste wat je kunt doen is Zebras aanzetten. Stel het in op 100 of 100+, zo zie je wat overbelicht is en zorg ervoor dat je nooit Zebra's hebt op de details die je wilt laten zien.

Codec en file format
We adviseren om AVCHD te gebruiken voor het professionele werk. Gebruik MP4 als je bijvoorbeeld de voetbalwedstrijd van je kinderen aan het filmen bent en direct toegang wilt tot de sportieve beelden.